Tag Archief van: samenwerking

Zelf doen

 

Zelf doen

 

 

“Ik ben al 55 jaar oud, ik moet het toch zelf kunnen?” Met tranen in de ogen wordt een steentje weggetrapt en vol schaamte naar de grond gekeken. Er is even geen oogcontact en er valt een stilte. Dat is meteen zo fijn aan buiten, het is ok om even stil te zijn en te doorvoelen wat die vraag nu precies inhoudt. En wat het doet met iemand voorbij het cognitieve. En dat is nu eenmaal wel de sterkste/meest dominante coping van deze cliënt.

Zijn lichaamstaal spreekt boekdelen. Schouders hangen naar beneden en zijn iets naar voren gebogen, zijn hoofd is van me afgewend en gebogen. We lopen verder en als hij dan eindelijk oogcontact maakt, dan vat ik dat op als een teken dat hij nu ruimte heeft voor een vraag van mijn kant. “Wat is zelf doen voor jou, hoe ziet dat eruit?”

“Nou, dan hoef ik geen bevestiging of erkenning van een ander te krijgen, dan laat ik opmerkingen die me zo aangrijpen gewoon van me afglijden. Dan hoef ik geen emoties met de ander te delen en daar begrip voor te vragen. Dan kan ik het zelf helemaal aan.”

 

 

Om je heen kijken

Ik kijk om me heen en vraag mijn cliënt om met me mee te kijken. Hoe doen de bomen dat eigenlijk, de regen van zich af laten glijden en zelf verder groeien zonder dat iemand aan ze trekt? Staan ze helemaal los van alles en iedereen terwijl ze dat doen? Hij kijkt me raar aan. Natuurlijk niet, bomen zijn afhankelijk van de voeding vanuit de bodem, de zon en regen. Maar ook van de mens, om beschermd te worden en niet gekapt of beschadigd.

Maar zijn ze wel zelfstandig dan, mogen we zeggen dat ze het zelf kunnen? Het antwoord is ja, ze doen het helemaal zelf en zijn daarbij afhankelijk van hun standplaats, de weersomstandigheden en andere helpende of minder helpende factoren.

 

 

Rondje symboliek

We hebben het regelmatig gehad over zijn rationele en nuchtere manier van denken en hoe dat hem hindert om te voelen en hulp te vragen als iets emotioneel pijn doet. Ik vraag hem of we even een rondje symboliek kunnen doen. Zijn zelf doen tegenover het zelf doen van de bomen. De hulpbronnen die bomen aanboren en met hun leven afhankelijk van zijn tegenover zijn wens om niemand te betrekken bij zijn emotionele binnenwereld. Ik vraag hem of dat wel haalbaar is en of hij denkt dat mensen dingen die raken echt van zich af laten glijden of dat het meer een houding is.

Het antwoord is nee, het is niet haalbaar om samen te willen zijn en tegelijkertijd niemand toe te laten. En de populaire opmerking over vervelende dingen van je af laten glijden, geeft alleen maar druk om te presteren. De bomen maken volop gebruik van hulpbronnen om onder andere regen van zich af te laten glijden, maar ook om met hitte om te gaan of andere bedreigingen. Wat zijn de hulpbronnen die hij aan kan spreken als iemand een hele vervelende opmerking maakt bijvoorbeeld?

 

 

Ruimte innemen

Hij gaat er echt voor staan, met op de achtergrond een enorme eik die hij uitkiest als rolmodel. Hij spreekt de wens uit om ruimte in te nemen, zoals de boom achter hem. Om uit spreken wat de opmerking van die ene collega met hem gedaan heeft, dan is zijn hulpbron zichzelf toestemming geven. Geheel autonoom en toch in interactie met de ander.

De schaamte is verdwenen uit zijn ogen. Het gevoel van afhankelijkheid dat hulp vragen bij hem opriep is weg. Hij heeft ervaren dat hij zelf veel hulpbronnen in huis heeft om in interactie met de ander ruimte in te nemen en dat betekent dus ook met zijn gevoelens en behoeften. De boom regelt zelf zijn groei en wordt daarbij beïnvloed door zijn achtergrond en de huidige omstandigheden. Dat geldt voor elk levend wezen, dus ook voor mij, is de conclusie waarmee we afsluiten terwijl we bij de uitgang van het natuurgebied aan komen.

 

 

 

 

 

 

Door Irina Poleacov geschreven voor De Buitenpsychologen

De Buitenpsychologen bij Backslash

Backslash: Therapy and mindfulness training gets a change of scenery as psychologists and trainers head out to nature. Backslash sits down with mental health professionals to talk about why the outdoors are key to healing burn-out, depression and other mental illnesses.

 

Promotieonderzoek naar herstel van burn out

Promovendus Roald Pijpker van de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van Wageningen University onderzoekt hoe Buitenpsychologie bij kan dragen aan het herstellen van jonge werknemers met een burn-out. De samenwerking met de intrinsiek gemotiveerde Buitenpsychologen verloopt heel natuurlijk en soepel.

 

 

Veel onderzoek toont aan dat het zijn in de natuur direct bijdraagt aan onze gezondheid en welbevinden. Het meest recente voorbeeld dateert uit een Brits onderzoeker waar gekeken is naar hoevéél tijd iemand in de natuur moet doorbrengen om een effect op de gezondheid teweeg te brengen. Ze vroegen aan twintigduizend mensen hoeveel tijd ze de afgelopen week in een natuurlijke omgeving doorbrachten en naar hun welzijn. Er is gekeken naar de tijd die is doorgebracht in een bos, park, landelijk gebied of vlakbij het water. Daaruit blijkt dat mensen die minimaal twee uur per week in de natuur doorbrengen veel vaker aangeven dat ze tevreden zijn met hun leven en in goede gezondheid verkeren. Het maakt niet uit of die twee uur aaneengesloten of verspreid over de week in de natuur wordt doorgebracht. Ook de mate van bewegen blijkt niet belangrijk. Simpelweg stilzitten en de natuur in je opnemen zorgt al voor een positief effect.

De positieve effecten van de natuur op onze gezondheid en welzijn worden ook steeds meer gebruikt in de gezondheidszorg. In de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) laten BIG-geregistreerde psychologen begeleiding steeds vaker in de natuur plaatsvinden. Je kunt je voorstellen dat juist nu steeds meer psychologen de natuur opzoeken; dat is dan een paradoxaal positief effect van de COVID-19 crisis. Tegelijkertijd staat onderzoek naar Buitenpsychologie nog in de kinderschoenen, maar eerste studies suggereren consistent dat ‘natuur als spreekkamer’ voordelige effecten heeft op het herstelproces van de cliënt, het welzijn van de zorgprofessional en dus de kwaliteit van de begeleiding. Maar hoe kun je nu de effectiviteit van Buitenpsychologie en de succesfactoren van deze interventie in kaart brengen? Het promotieonderzoek van Roald Pijpker richt zich specifiek op het beantwoorden van deze vraag om Buitenpsychologie meer op de radar te krijgen binnen de reguliere GGZ.

In zijn eerste twee deelonderzoeken stond onderzoek naar herstel van burn-out, in het algemeen, onder jonge werknemers centraal. Hierbij is niet expliciet gekeken naar de rol van groen, maar wel naar de succesfactoren die het herstel van burn-out kunnen verklaren. Je fysiek en mentaal goed voelen, buiten zijn, signalen die je lichaam geeft leren herkennen en begrijpen, reflecteren op het heden en de toekomst, het hervinden van zingeving, en een gevoel van controle over het herstelproces zijn maar een aantal voorbeelden van hulpbronnen die bijdragen aan het herstelproces. Buitenpsychologie heeft de potentie om deze (tijdelijke) uitgeputte hulbronnen te herstellen en daarmee jonge werknemers weer grip op de situatie te geven en een succesvol re-integratieproces te ondersteunen.

Roald is momenteel in Zürich, bij het Center of Salutogenesis, waar hij een evaluatiemodel ontwikkeld om het effect van Buitenpsychologie en de werkzame kernelementen in kaart te brengen. Hierbij staat de context van Buitenpsychologie (wat gebeurt er), het proces (welke veranderingen vinden plaats) en uitkomsten (wat levert Buitenpsychologie op) centraal. De resultaten van de eerste twee deelonderzoeken geven uiteraard een richting naar de mogelijke processen en uitkomsten. Tegelijkertijd neemt Roald online interviews af met oud-cliënten van Buitenpsychologie en de Buitenpsychologen zelf, om de ervaringen in kaart te brengen en zo de context, processen en uitkomsten beter inzichtelijk te krijgen. Ook worden er expertinterviews afgenomen met onderzoekers uit Noorwegen en Sweden, waar de natuur al sterker is ingebed in het reguliere zorgstelsel. Deze participatieve methode – waarbij inzichten vanuit verschillende invalshoeken elkaar aanvullen – zal uiteindelijk resulteren in een evaluatiemodel op maat.

In 2021 vindt de laatste deelstudie plaats van het promotieonderzoek, waarbij Buitenpsychologie psychologie daadwerkelijk geëvalueerd wordt op effect en onderliggende succesfactoren, met andere woorden, de werkzame kernelementen die bijdragen aan het herstel van jonge werknemers meet burn-out. Waar veel onderzoek zich primair richt op de meerwaarde van Buitenpsychologie voor het herstelproces van cliënten, leggen wij ook het accent op de meerwaarde voor de GZ-psychologen zelf en de begeleiding in zijn geheel. Door deze holistische evaluatie is de kans het grootst om Buitenpsychologie echt op de radar de zetten binnen de reguliere GGZ. In juni 2022 zal het promotieonderzoek afgerond zijn en is iedereen uiteraard welkom bij de verdediging van het proefschrift later dat jaar.

 

 

Onderzoeksteam:

Promovendus: Roald Pijpker, MSc, (Onderzoeker en projectleider, Gezondheid en Maatschappij, Wageningen University)

Copromotor: Dr. Ir. Lenneke Vaandrager (Universitair Hoofddocent, Gezondheid en Maatschappij, Wageningen University)

Comopromotor: Dr. Esther Veen (Universitair Docent, Rurale Sociologie, Wageningen University)

Promotor: Prof. Dr. Maria Koelen (Professor Emeritus, Gezondheid en Maatschappij, Wageningen University)

Vitamine G(roen)

Jagen op vitamine G(roen)

 

43,5 procent. Bijna de helft van alle Nederlanders krijgt in het leven te maken met een psychische aandoening.

Op jaarbasis krijgt bijna één vijfde van alle volwassenen in Nederland een psychische stoornis.

43 procent van de Nederlandse jongeren heeft last van psychische klachten.

 

Groen is goed voor ons. Hoogleraar Agnes van den Berg, die onderzoek doet naar het effect van groen op de gezondheid, spreekt over de voordelen van vitamine G(roen). In de stad, voor opgroeiende kinderen en voor iedereen die veel stress ervaart. Groen zet aan tot bewegen, zuivert onze lucht en geeft een gevoel van geluk en welzijn. Bewegen in het groen verlaagt ons stresshormoon cortisol, verlaagt bloeddruk en verlaagt de hartslag.

 

Hoe werkt dit dan?

En hoeveel heb je ervan nodig voordat het effect heeft?

Is het beter dan andere medicijnen, therapieën en interventies?

En waar kun je het ‘krijgen’?

Bij elk nieuw middel zoeken we naar antwoorden op deze vragen en meer. Ondertussen passen mensen Vitamine G al toe en zijn er honderden succesverhalen uit de praktijk. Lang leve de doeners, de pioniers! Maar hoe krijgen we al die ‘bewijzen’ op papier? In cijfers, net als hierboven?

Het antwoord is makkelijk, wetenschappelijk onderzoek. De uitvoering vraagt meer werk, tijd en inspanning.

Op een druilerige dag in oktober kwamen via Skype 4 doeners èn onderzoekers bij elkaar. Ireen de Graaf van het Trimbos, Jan Hassink van het WUR, Oda Salomons van Rewild Yourself en Irina Poleacov van De Buitenpsychologen. Met maar 1 doel voor ogen. Wetenschappelijke bewijzen verzamelen, genereren en delen. Met elkaar en met de rest van de wereld. Missie: vitamine G op de kaart zetten als een werkzaam, effectief en waardevol middel.

 

Dit artikel is geschreven in het kader van de samenwerking van De Buitenpsychologen met het Groene Netwerk.

 

De Buitenpsychologen/Irina Poleacov